Hans Verhagen (Vlissingen, 1939) volgde een muzikale en journalistieke opleiding en werkte vanaf zijn zeventiende in de dag- en weekbladjournalistiek. Van 1962 tot 1966 was hij redacteur van de tijdschriften Gard Sivik en De Nieuwe Stijl. Behalve als schrijver werd hij bekend door films en televisieprogramma's, waaronder 'Hoepla' en 'Het gat van Nederland'. Verhagen kon van meet af aan beschouwd worden als "prototype van een generatie" (Hans Sleutelaar). Hij maakte deel uit van een groep die zich verzette tegen de woordenvloed van sommige Vijftigers, maar zijn eerste bundel, 'Rozen & motoren' (1963), kan evengoed worden beschouwd als een voortzetting van de experimentele poëzie. 'Rozen & motoren' sloeg in als een bom. Deze haast zakelijke gedichten maakten in 'Duizenden zonsondergangen' (1971) plaats voor innerlijke zelfbeschouwing en de bundel werd geprezen als een "hoogtepunt van de romantisch herleving".
Sindsdien maakte Verhagen ontwikkelingen door die hun weerslag vonden in een aantal schitterende bundels. De jaren hebben een versoberende invloed op zijn werk gehad en naarmate hij zich thematisch verdiepte won zijn poëzie aan lyrische bewogenheid.
De laatste jaren werkt hij met succes als beeldend kunstenaar.